Het fundament van systemisch fenomenologisch werk

Blogs

Barbara Hoogenboom

Is mede-eigenaar van en opleider bij het Bert Hellinger instituut Nederland.

Profiel
30 oktober 2017| Organisatieopstellingen

Leren van verschillen!

Bij al onze opleidingen moedigen we het aan: ga vooral veel bij andere opstellers kijken. Dat leert je zo veel! En: ga niet alleen naar opstellers ‘van dezelfde school’ zoals jij geleerd hebt. Ga juist ook naar opstellers van andere stromingen, stijlen, scholen. Meer en minder ervaren dan jij.

En wanneer een opsteller van een andere stijl je tenen doet krommen: misschien leer je daar dan wel het meest. Al was het maar om erachter te komen wat er níet bij je past.

Hoe bijzonder was het dus, dat Jan Jacob Stam en Cecilio Regojo -beiden heel bekend in de wereld van systemisch werk- bereid waren om samen te werken en een driedaagse masterclass te geven onlangs in Madrid!

Ze waren bereid om zich te laten bevragen op hun stijl, die –zo werd verwacht – een behoorlijk verschillende zou zijn. Ze waren bereid zich bloot te stellen aan elkaars verschillen, bereid om van elkaar te leren en vooral bereid om de deelnemers daarvan te laten leren.

Jan Jacob Stam uit Nederland is opsteller van het eerste uur en heeft vanaf eind jaren negentig vorige eeuw veel ontwikkeld o.a. op het gebied van systemisch werken in organisatie- en maatschappelijke systemen. Cecilio Regojo komt uit Portugal, woont in Spanje en begeleidt sinds 2004 opstellingen.

Drie dagen lang, in Madrid, gaven zij een inkijk in hun keuken en nodigden zij d.m.v. oefeningen en reflecties alle deelnemers uit een stap naar meesterschap te maken.

De verschillen die ik heb waargenomen, zijn in essentie ongelooflijk vormend voor wat voor type opsteller jij kiest te zijn. Want je hebt nogal wat keuzes te maken, is mijn conclusie. En daarover vooral helder te zijn naar jezelf en naar je cliënten.

 

Keuze 1: wie beschouw je als je opdrachtgever?

Het maakt nogal wat uit, wie je als je opdrachtgever beschouwt. Natuurlijk, er is een persoon in de vorm van een cliënt, of wellicht zijn er meer personen in de vorm van een heel team, die een vraagstuk inbrengt.

Maar wie is jouw opdrachtgever áchter de vraaginbrenger?

  • Focus je je op die cliënt zelf, die vraaginbrenger is?
  • Of focus je je op het (sub)systeem van waaruit de cliënt de vraag stelt?
  • Of werk je meer ‘in opdracht van’ grotere systemen, bijvoorbeeld de organisatie als geheel of de maatschappij?
  • Of nog wat anders..?

Cecilio heeft als directe focus de cliënt zelf. Hij werkt meer vanuit het kleine systeem (van binnen) naar het grotere systeem (naar buiten) toe, om voor de cliënt iets helder te krijgen. Hij stelt in de meeste gevallen vanaf het begin van de opstelling een representant voor de vraaginbrenger op. Na het eerste verloop werkt hij vooral met de cliënt zelf om dat wat helderder is geworden te integreren, bijv met behulp van zinnen. Bewegingen van maatschappelijke aard in een opstelling worden niet benoemd ten behoeve van het hele systeem, maar worden alleen aangeboden aan de cliënt zelf om te zien. Soms liet de opstelling iets zien over wat er gaande kan zijn in de organisatie als geheel, en dat werd niet benoemd of mee gewerkt, omdat de focus vooral is op de huidige (onhoudbare) positie van de cliënt.

Daarmee houdt hij de opstelling voor de cliënt overzichtelijk.

Jan Jacob heeft als eerste focus in verreweg de meeste gevallen niet de cliënt. Afhankelijk van de vraag, werkt hij voor het systeem als geheel, of voor de maatschappij die –indirect- betrokken is in de vraag. Hij werkt meer van buiten naar binnen, van het grotere systeem naar het kleinere systeem.

Dat betekent bijvoorbeeld dat hij bij een vraagstuk van een cliënt waarom zij een paar belangrijke accounts had verloren niet inzoomde op de verloren accounts, maar op de potentie die er is. En hoe de maatschappij en de organisatie erop wachten dat de cliënt die potentie ziet en aandurft.

Daarmee brengt hij de cliënt in contact met wat de toekomst van hem/haar èn het grotere geheel wil. En daarmee werkt hij via een omweg overigens wèl –ook- voor de cliënt.

 

Keuze 2: in hoeverre vertrouw je de methode van opstellen?

Cecilio liet ons een shockerend experiment doen. Vier personen waren representant, genoemd A, B, C en D. Ieder in de zaal mocht een eigen vraag in gedachten nemen en innerlijk één van de representanten benoemen als representant voor jezelf. De andere drie kon je benoemen als drie elementen in jouw vraagstuk. Dus zo hadden rond de 70 deelnemers tegelijkertijd een eigen vraagstuk in gedachten en eigen representanten innerlijk benoemd. De vier representanten gingen de opstelling in, zonder woorden. Cecilio deed geen interventies, na bepaalde tijd beëindigde hij deze opstelling.

Ruim 80% had een voor zichzelf herkenbare opstelling gehad…terwijl we naar dezelfde vier representanten hebben gekeken!

Dat leidde tot allerlei vragen: ziet de cliënt wat hij wil zien? Wat is de rol van een opsteller? Kunnen we een opstelling vertrouwen?

Mijn eigen ervaring was dat ik delen van ‘mijn’ opstelling kon herkennen. Ik vond er geen oplossingsruimte voor mijn vraag, met andere woorden, ik ging nog steeds weg met dezelfde vraag. En daarbij was ik me een hoedje geschrokken van dit experiment.

Mijn persoonlijke conclusie was dat er zeker nog een opsteller nodig is, zodat een interventie of test meer expliciet kan verhelderen wat er onder het probleem zit en er daarmee wellicht ruimte voor oplossing / verandering kan ontstaan.

Cecilio wilde met dit experiment vooral ons als opstellers prikkelen, wat is gelukt, en bood geen doorkijk naar wat het effect hiervan op zijn eigen opstellerschap is.

Jan Jacob legde uit dat hij dit experiment eens eerder meemaakte en dat hij mede daarom opstellingen an sich niet vertrouwt. Ook maakt dit, dat hij zo trouw is aan de theorie rondom hoe systemen werken en de (inmiddels voortgeschreden) principes van Bert Hellinger. Dat hij als opsteller die theoretische kennis meeneemt in het werken met de opstelling. Sterker nog, dat het doen van een opstelling dan lang niet altijd meer nodig is.

Wat leidt tot de volgende keuzevraag:

 

Keuze 3: wat ‘verkoop’ je eigenlijk, een opstelling of een systemische kijk?

Op de vraag van een deelnemer hoe je dit werk nou binnen krijgt bij organisaties, antwoordde Cecilio hoe hij de methode van opstellingen uitlegt. Onder andere het werken met representanten, het Niet Weten als opsteller, en de opstelling die telkenmale laat zien wat gezien wil worden. De opstelling als product op zich.

Op diezelfde vraag antwoordde Jan Jacob dat hij begint met uit te leggen hoe systemen werken, wat fenomenologie is, welke overlevingsmechanismen er bewust en onbewust leven. Dat die uitleg vooral oplevert dat mensen het herkennen en meer willen en daarna makkelijk bereid zijn om iets te doen dat opstelling heet. De systemische kijk als product op zich en de opstelling als een mogelijke werkvorm daarin.

 

Keuze 4: welke beweging leidt jou als opsteller het meest in je werk met een cliënt?

Jan Jacob heeft geruime tijd geleden de ‘vier bewegingen’ geïntroduceerd. Deze bewegingen zijn waar te nemen in het leven, in opstellingen, in hoe je naar vraagstukken en cliënten kunt kijken. In het kijken naar Cecilio en Jan Jacob besefte ik dat je ook als opsteller een van die bewegingen als voorkeur kunt hebben in je opstellerschap.

Kortgezegd gaat het hierover, de beweging vanuit:

  1. je wil en je plannen (naar je geplande toekomst toe)
  2. je patronen en dat wat je zo goed kent (vanuit je historie en je systeem)
  3. de roep vanuit het leven aan jou (wat er uit de emerging toekomst op jou afkomt)
  4. verantwoordelijkheid èn vrijheid om te doen wat goed is voor jou èn het geheel  (autopoiese)

 

Cecilio werkt heel duidelijk vanuit de vierde beweging, die van autopoiese. Hij gaat ervan uit dat alles wat nodig is om te leven, om te helen, om verder te komen, al ìn de cliënt zelf aanwezig is. Dat is waarom hij de cliënt voorafgaand aan een opstelling uitgebreid prepareert, door hem in contact te brengen met het niet-weten, met zijn gevoel en intuïtie in het moment. Ook wil hij de cliënt versterken om de opstelling aan te kunnen en wil hij dat de cliënt zelf de volle verantwoordelijkheid neemt voor zijn issue.

Jan Jacob werkt vooral vanuit de derde beweging. Hij kijkt naar de cliënt om te zien wat de roep en potentie is die vanuit de toekomst naar (of via) de cliënt en (of naar) zijn systeem / maatschappij wil stromen. En als de potentie haar bestemming niet kan bereiken, onderzoekt hij welke patronen er uit het verleden mogelijk nog zijn, die los gelaten en/of ontrafeld kunnen worden.

Overigens: als opsteller kun je net zo goed ervoor kiezen om vooral vanuit beweging één te werken, gericht op wat de cliënt zelf wil bewerkstelligen.

Of vanuit de tweede beweging, gericht op het verleden en de patronen die zich daardoor in het hier en nu manifesteren.

[En vanzelfsprekend zullen de meeste opstellers, ook Jan Jacob en Cecilio, niet uitsluitend vanuit één type beweging werken; óók een mengeling van bewegingen kan jouw stijl zijn.]

 

Tot slot

Wat me het meeste is bijgebleven van de verschillen, is dat Cecilio aangeeft niet vanuit een systemisch theoretisch kader te werken. Hij werkt vooral vanuit het niet weten, vanuit fenomenologisch gewaarzijn, in het hier en nu. Hij laat de cliënt de opstelling zelf ervaren in het volste vertrouwen dat de cliënt het aankan en daarna weet wat hem te doen staat.

– Overigens had ik toch ik de indruk dat hij tenminste voor een deel wel een theoretisch kader gebruikt, bijvoorbeeld als hij de cliënt bepaalde zinnen liet zeggen om te herordenen.-

Jan Jacob geeft aan dat het theoretisch kader het fundament is van het systemisch fenomenologisch werk. Natuurlijk gecombineerd met fenomenologische houding en systemisch gewaar-zijn. Vanuit dat fundament kun je een opstelling doen, een systemisch gesprek voeren, systemisch coachen, etc.

En je hebt systemische taal om aan organisaties aan te reiken. Die ze meteen begrijpen.

En wat ik merk aan mezelf, terwijl ik dit schrijf?

Ik ben de masterclass neutraal, open en lerend in gegaan. En zoals ik schreef aan het begin van dit blog: ook als je iets ziet wat niet je stijl is, helpt het je beter te snappen wat dan wel jóuw stijl is.

Ik beoogde dit blog zo neutraal als mogelijk te beschrijven. En ik ben bang dat het me niet helemaal is gelukt. Vanuit het persoonlijk geweten ben ik natuurlijk loyaal aan Jan Jacob en het Bert Hellinger Instituut. En het lastige is, dat ik ook respect voel voor Cecilio, zijn manier van werken en hoe hij dit in de wereld zet. Ook al is zijn stijl anders dan de mijne. Vanuit het grotere geheel bekeken is het heel goed dat er verschillende stijlen zijn!

De masterclass heeft mij nóg eens helder bevestigd welke manier van werken we vanuit het Bert Hellinger Instituut voorstaan en uitdragen: systemisch, met of zonder het gebruik van opstellingen.

 

Barbara Hoogenboom
Bert Hellinger Instituut Nederland
Oktober 2017

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wij sturen maandelijks de nieuwste blogs, vlogs en ons cursusaanbod via onze nieuwsbrief. Blijf op de hoogte en schrijf je in.

Inschrijven

Over het Bert Hellinger Instituut

Mensen zijn altijd in ontwikkeling. Met elkaar, zonder elkaar. In families, in teams, in organisaties. Het systemisch bewustzijn geeft inzicht in het waarom van ons zijn en doen. Met familieopstellingen en organisatieopstellingen ontstaat ruimte voor beweging. Het BHI geeft opleidingen, workshops en trainingen op het gebied van systemisch werk, opstellingen, leiderschap en coachen. Ook werken we rechtstreeks met organisaties die willen leren over hun onderstroom. Zo dragen wij bij aan de ontwikkeling van mens, organisatie en maatschappij.

SYSTEEMLAB
Voor aanstormende en gevestigde leiders. Een initiatief van het Bert Hellinger Instituut.